Het belang van te mogen bestaan
Geschreven door: Maxime Deboreck
Datum: 22 augustus 2025
Leestijd: 7 à 9 minuten
Deel: 2
Categorie: Filosofie & maatschappij | Tags: ethiek, maatschappelijke reflectie, zingeving, persoonlijke ontwikkeling
Identiteit: een paradox
Identiteit. Een vreemd sociaal fantoom, ontsproten uit de paradoxale kronkels van onze biologisch geëvolueerde hersenen. Ze definieert hoe we onszelf en anderen aanschouwen, hoe we ons gedragen in relatie tot elkaar, maar is nergens terug te vinden in de natuurfysische wetten van het bestaan. In laboratoria, hoe geavanceerd ook, zal men haar niet onder een microscoop ontwaren. Hier betreden we het domein van de metafysica: iets dat niet tastbaar bestaat, maar dat ons leven wel richting geeft. Identiteit is een paradox: als natuurwetenschappelijk gegeven objectief onbestaand, maar subjectief in de hoofden van mensen zo werkelijk dat ze zich vertaalt in objectief waarneembare structuren, tradities en instituties die ons dagelijks leven vormgeven. Van subjectiviteit in oorsprong vloeit het elders over in objectiviteit. Verzonnen, en toch reëel. Een synthese van mythe en realiteit. Hoe bijzonder is het dat wij mensen zo’n synthese kunnen creëren, iets wat andere diersoorten nauwelijks kunnen?

De verbeelding die ons samenhoudt
Dat fenomeen doet denken aan geld. Feitelijk is geld niet meer dan katoenvezels, metaallegeringen of digitale cijfers op een scherm. Toch krijgt het een reële waarde omdat we er collectief in geloven. De overheid vraagt belastingen in een specifieke munt, waardoor we gedwongen worden die munt te gebruiken. We verdienen dus geen euro’s om ze te bezitten, maar om aan de maatschappelijke vraag van belastingen te voldoen. Het systeem blijft overeind omdat we er samen in meegaan. Identiteit werkt op een gelijkaardige manier: ze is een gezamenlijke verbeelding die ons handelen stuurt en onze samenleving organiseert.
En toch kunnen mensen niet zonder enige vorm van identiteit. Wij zijn sociale wezens. Zet een mens als individu in de natuur, en hij zal nauwelijks overleven. We zijn trager en fysiek zwakker dan de meeste roofdieren. Maar samen, als collectief, kunnen we grootse dingen verwezenlijken. Identiteit vormt de lijm die samenwerking mogelijk maakt. Zonder de behoefte aan erkenning, geborgenheid en nabijheid verliezen we het kader dat ons houvast biedt. Identiteit geeft richting aan ons handelen, maakt solidariteit mogelijk en schept de voorwaarden voor samenleven.
Identiteit en zorg voor elkaar
Wanneer we elkaar (h)erkennen als medemens, zijn we ook bereid om voor elkaar te zorgen. We nemen verantwoordelijkheid op voor elkaar. En vanuit dat grotere verantwoordelijkheidsgevoel komt de mensheid als geheel vooruit. Hoe meer we elkaar ondersteunen, hoe groter de kans dat we ons kunnen blijven voortplanten. Het klinkt droog en weinig romantisch, maar zo werkt onze evolutionaire biologie. De mens van vandaag is grotendeels dezelfde gebleven als de mens van 200.000 jaar geleden. De mens is niet veranderd, de samenleving wél. Wij zijn sociale wezens die vandaag functioneren in een verander(en)de context die niet altijd natuurlijk aanvoelt.
Identiteit in tijden van conflict
Het belang van identiteit raakt rechtstreeks aan het recht om te mogen bestaan. Beide zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zelden is dit zo tastbaar geweest als vandaag, in een wereld die overal geteisterd wordt door geopolitieke conflicten. Denk aan de Russische inval in Oekraïne, de oorlog die daar nog steeds voortduurt, of de genocide in Palestina/Gaza. In al deze contexten worden de volkssoevereiniteit en de menswaardigheid van hele bevolkingsgroepen niet alleen bedreigd, maar ook onteigend en ontkend.
Mensenrechten omvatten veel meer dan het louter voorzien in basisbehoeften. Ze gaan evenzeer over het erkennen van de uniciteit, de autonomie en de individualiteit van volkeren. Het gaat om bevrijding, om emancipatie en om het recht om zelf richting te geven aan hun toekomst. Regionalisering of balkanisering hoeft daarom niet gevreesd te worden in naam van een doorgedreven kapitalistische globalisering. Mensen hebben recht op erkenning als volk, met hun eigen dromen, verlangens en ambities. Dat is geen simpele bijkomstigheid, maar een voorwaarde om als mensheid in zijn geheel op een constructieve manier samen te leven en samen te werken.
De mens is, in zijn kern, een sociaal wezen dat het best functioneert in kleinere groepen waar verbondenheid tastbaar en vooral zichtbaar is. Toch is samenwerking op mondiale schaal vandaag uiterst levensnoodzakelijk om de grootste uitdagingen van onze tijd, zoals onder meer de klimaatcrisis, het hoofd te bieden. Daarom dringt zich een cruciale vraag op: hoe scheppen we een veilig en betekenisvol kader van identiteit dat verder gaat dan vage slogans als “we zijn allemaal mens”, die in de praktijk eigenlijk weinig houvast bieden? En hoe combineren we dat met een efficiënte wereldwijde samenwerking, die broodnodig is om catastrofes te vermijden die ons bestaan als soort in gevaar kunnen brengen? Zonder identiteit vervalt de mens in moreel nihilisme, maar zonder uitvoerige ketens van coöperatie dreigt de mensheid te verdwijnen. Kortom; hoe maken we een synthese van het nabije kleinschalige met het afgelegen grootschalige? Zonder beiden uit het oog te verliezen?
Een persoonlijke spiegel
Dagelijks kom ik in aanraking met deze thema's binnen mijn eigen gezin. Twee jaar geleden ontmoette ik mijn Oekraïense geliefde. Met haar kwamen ook haar twee kinderen in mijn leven: Emilia en Leia. Inmiddels zijn ze zeven en vier jaar oud. Emilia spreekt al met een rollende Limburgse ‘r’, terwijl Leia het Nederlands van een vierjarige nog aan het verkennen is. Thuis spreekt mijn vriendin dagelijks Oekraïens met hen; op school en via mij leren ze Nederlands. Ze groeien voornamelijk op in de Vlaamse context van dit land, maar ik vraag me vaak af: welke identiteit zullen zij later aannemen? En wat zullen zij verstaan onder het woord ‘identiteit’, gezien hun complexe verleden en onzekere toekomst?
Mijn vriendin draagt een diepgewortelde Oekraïense identiteit met zich mee. Voor haar is het cruciaal dat de kinderen hun roots niet verliezen. De oorlog heeft haar identiteitsgevoelens alleen maar aangewakkerd. Emilia herinnert zich nog flarden van Oekraïne, maar voor Leia is het land vooral een verhaal dat ze van haar moeder hoort. Hun socialisatieproces werd door de oorlog abrupt doorkruist. Hier, in Vlaanderen, bouwen ze een nieuw leven op, balancerend tussen twee werelden. Zal hun identiteit Vlaams, Belgisch, Oekraïens, een mengvorm, of iets geheel nieuws worden?
Identiteit in een technologische toekomst
Die vraag reikt vandaag veel verder dan ons gezin. In een wereld die steeds sneller verandert door technologische ontwikkelingen, rijst de fundamentele kwestie: welke rol zal identiteit in de toekomst nog spelen? Nu artificiële intelligentie en de macht van technologische grootmachten onze samenleving hertekenen, dreigt de mens vervreemd te raken van zichzelf. We zijn langzaamaan van een kapitalistisch systeem aan het overgaan naar wat het best omschreven kan worden als een technofeodaal systeem. Wordt identiteit in de toekomst nog gefaciliteerd als bron van betekenis, of eerder bestreden in naam van een zogenaamd groter technocratisch belang? Kan digitaal sociaal contact ooit de plaats innemen van de symbolen, rituelen en routines die identiteit tastbaar maken? Identiteit laat zich niet reduceren tot een technologisch kader. Ze veronderstelt een concrete, fysieke verankering in de publieke ruimte, in het dagelijkse samenleven. Identiteit zonder vertaalslag naar reële ruimtelijke ordening maakt heel het proces van identificatie met een cultuur nihilistisch en zinloos, met het risico op extreem moreel relativisme en zelfs de opkomst van etnonationalisme.
Zonder constructieve identiteit verliezen we de kracht om verandering om te zetten in hoopvolle vooruitgang. Voor mijn pluskinderen betekent dit: hoe zullen zij hun oorlogservaring, die ze zich nauwelijks herinneren, een plaats geven in hun levensverhaal? Wat zal het Oekraïense voor hen betekenen? Wat het Vlaamse? Of zelfs het Belgische, mocht dat concept nog overeind blijven wanneer ze volwassen zijn? Hoe zullen zij omgaan met een wereld die tegelijk complexer en afstandelijker wordt? Wie zullen zij zijn binnen 10 à 20 jaar?
Identiteit biedt mensen handelingsbekwaamheid in een samenleving en wereld die steeds wispelturiger en gevaarlijker lijkt. Ze is het ankerpunt dat de mens helpt betekenis te geven aan zichzelf, aan de ander, en aan de wereld. Vervreemding ontneemt ons die kracht: ze reduceert ons tot louter biologische wezens zonder de metafysische dimensie die ons mens maakt, en opent zo de weg naar exploitatie en geweld. Wanneer we mensen zien als slechts een middel tot een doel, dan is uitbuiting niet veraf. Identiteit daarentegen opent ruimte voor creativiteit, zingeving en verbondenheid. Ze is nooit af, maar steeds in ontwikkeling. Identiteit is geen binair bekrompen gegeven. Het is onderhevig aan verandering.
Een wens voor de toekomst
Mijn diepste wens is dan ook eenvoudig: dat mijn pluskinderen hun identiteit vrij en gelukkig kunnen vormgeven én beleven. Dat niemand hun soevereiniteit zal afnemen. Dat ze nooit zullen moeten strijden voor wie zij zijn, zoals vele anderen dat vandaag gedwongen wél moeten doen. Dat de wereld de eigenheid van mensen en volkeren zal (blijven) respecteren. Dat imperialisme en grootmachten verdwijnen in de marginaliteit. Dat Leia en Emilia later mogen zeggen:
“Dit ben ik. Dit is mijn identiteit. Ik mag bestaan, en ik ben blij dat ik besta.”
Mijmerend, altijd zoekend,
Maxime
Benieuwd naar het volgende deel?