Relationele veerkracht: waarom we elkaar nodig hebben (en dit geen persoonlijk falen is)
Geschreven door: Maxime Deboreck
Datum: 18 augustus 2025
Leestijd: 5 à 6 minuten
Deel: 1
Categorie: Psychologie & relaties | Tags: veerkracht, relaties, persoonlijke groei

Velen zouden verbaasd reageren, met een opgetrokken wenkbrauw, wanneer men de stelling poneert dat liberalisme en socialisme (in de westerse betekenis van het woord) twee communicerende vaten zijn. Hoe kan dit, zo klinkt de tegenwerping, daar beide ideologieën in hun theoretische kern lijnrecht tegenover elkaar staan? Het individualisme van het liberalisme lijkt immers haaks te staan op het collectivistische gedachtegoed van het socialisme.
Maar precies daarin ligt de paradox, niet de oxymoron. Want deze tegengestelde bewegingen versterken elkaar en houden elkaar in stand.
Sinds de jaren ’80 werd een neoliberaal gedachtegoed dominant dat het individu tot maat van alle dingen maakte. Het zogenaamde individuele schuldmodel werd naar voren geschoven: ieder mens draagt de volledige verantwoordelijkheid voor zijn of haar keuzes én de gevolgen daarvan.
Tegelijk zien we een tegenbeweging ontstaan. Want deze doorgedreven individualisering heeft de maatschappij veranderd in een aansprakenstaat. Burgers verwachten steeds meer dat de overheid zich niet bemoeit met hun privéleven en volledige vrijheid garandeert. Maar tegelijk verwachten diezelfde individuen dat de overheid hen beschermt tegen alle mogelijke negatieve uitkomsten van die vrijheid. De staat mag zich dus niet mengen in hun leven, maar moet wél tussenkomen om de gevolgen te corrigeren. Het is haast bipolair van aard.
En zo ontstaat de paradox: hoe sterker de dogmatische klemtoon op het individu, hoe meer de staat gedwongen wordt om excessen recht te trekken. Dat leidt tot torenhoge belastingen, want elk probleem dat vrijheid veroorzaakt, vraagt collectieve middelen om het te verhelpen. Hoe luider de Georges-Louis Bouchez’s van deze wereld meer liberalisering eisen, hoe sterker de roep om sociaal-democratische correcties weerklinkt. Het is dan ook ironisch dat Georges-Louis Bouchez zo vaak fulmineert tegen zijn linkse progressieve collega’s, terwijl hij zelf de dynamiek voedt die hun correcties noodzakelijk maakt. Liberale en socialistische denkers houden elkaar zo aan de macht, zonder het zelf te beseffen. Ze zijn niet elkaars tegenpolen, maar twee kanten van dezelfde medaille. De politieke macht schuift nu eens wat naar rechts, dan weer wat naar links, maar het beleid blijft grotendeels hetzelfde, zowel binnenlands als geopolitiek. In wezen verandert er niet veel.
Dit voortdurende spel tussen wat sociologen het individu & het gezin (laag 1) noemen en de staat (laag 3) heeft echter een zware prijs: de uitholling van laag 2, het middenveld. Onze nabije en ruimere gemeenschappen, het kostbare sociale weefsel dat een samenleving draagt, zijn en worden (nog) steeds verder afgebroken.
En precies daar toont zich de crisis van vandaag. Veerkracht is niet louter een individuele eigenschap die men kan trainen: het is relationeel. Ze ontstaat in verbinding met anderen, ingebed in een sociale context. Maar door de doorgedreven individualisering is dat netwerk verzwakt. Het gevolg? Duizenden jongeren en volwassenen staan op de wachtlijst voor psychologische hulp. Toch stelt bijna niemand de kritische vraag of deze één-op-één benadering via individuele psychotherapie ooit toereikend kan zijn voor een maatschappelijk probleem dat in essentie relationeel en sociaal is.
We blijven geloven dat ultieme vrijheid en maximale bescherming samen als complementair geheel automatisch tot geluk leiden. Maar daar knelt het schoentje. Mens ben je niet zomaar. Iedereen is een individu, maar mens word je pas in relatie met anderen. Mens-zijn is een sociale vaardigheid, die gekneed wordt in verbondenheid met je omgeving. Iemand die ultieme vrijheid heeft en volledig beschermd wordt door de staat, maar alleen leeft en de dagen vult in een zetel, is die werkelijk mens?
De realiteit is eenvoudig maar onontkoombaar: wij hebben elkaar nodig om duurzaam gelukkig te zijn. Dat is geen persoonlijk falen, maar een fundamenteel gegeven van ons bestaan. We mogen (kwetsbare) mensen niet dwingen tot zelfredzaamheid. Zelfredzaamheid is geen doel op zich, maar een middel ten behoeve van ieders levenskwaliteit, en wel ééntje dat pas echt werkt wanneer het gedragen wordt door een gemeenschap van mensen.
Hoe meer we elkaar loslaten, hoe meer de overheid moet inspringen om de leegte op te vullen. Maar in hoeverre zijn we zelf bereid om opnieuw voor elkaar verantwoordelijkheid op te nemen, zodat het collectief als instituut minder hoeft te interfereren?
De keuze is dus niet tussen individu of staat – inherent een vals dilemma – maar tussen gemeenschap of leegte. Want alleen in verbondenheid kan de mens echt weer mens worden.
Mijmerend, altijd zoekend,
Maxime